Skinken behoren tot de familie Hagedissen.

Er zijn meer dan 1.500 soorten en er wordt verwacht dat door moderne inzichten de indeling nog groter zal worden.

Skinken kennen een zeer grote verscheidenheid in vormen en maten.
Er zijn soorten die nauwelijks van slangen te onderscheiden zijn, andere soorten lijken meer op hazelwormen of hebben een lichaamsbouw die vergelijkbaar is met echte hagedissen. 

Wat ze met name interessant maakt is het feit dat bij verwante soorten verschillende ontwikkelingsstadia voorkomen.
Zo zijn er geslachten waarvan de soorten een andere pootvorm hebben, of een andere bouw van de ogen. Bij andere hagedissen zijn dergelijke anatomische verschillen vaak aanleiding om ze tot een andere groep te rekenen, maar bij de skinken komen deze kenmerken door elkaar voor.

Skinken zijn in het algemeen niet zo groot (10 tot 20 centimeter met staart). Toch kunnen de grootste soorten meer dan 60 cm lang worden inclusief staart. De staart kan zoals bij andere hagedissen afgeworpen worden bij gevaar.
Skinken komen overal ter wereld voor, maar alleen in warmere streken. In Europa leven skinken bijvoorbeeld vooral rond het Middellandse Zeegebied.

Skinken jagen voornamelijk op insecten. Enkele soorten eten uitsluitend slakken, sommige eten regelmatig bepaalde planten of zijn uitzonderlijk vegetarisch.

De voortplanting van skinken verschilt. Vele zijn eierleggend, sommige baren levende jongen.
Een aantal soorten bewaakt de eitjes en sommige skinken kennen zelfs een vorm van verregaande broedzorg door de kleintjes enige tijd te beschermen.