De kraaghagedis behoort tot de familie van de Agamen of Agamae.
Deze hagedis bezit een grote huidflap achter de hals die opgezet kan worden als een kraag. Met de staart inbegrepen wordt de kraaghagedis tot 90 cm lang.

De kraaghagedis leeft in open gebieden in Noordoost Australië en Zuid-Nieuw-Guinea, alleen in de kuststreken.

Hij leeft bijgevolg in zeer warme en droge gebieden en bevindt zich vaak in bomen, waar hij jaagt op allerlei insecten en kleine dieren.

Omschrijving van de kraaghagedis

Het lichaam is gedrongen, de poten zijn relatief lang.

De staart is rond en lang en dun, deze wordt gebruikt voor het evenwicht bij het snel lopen en ook om vijanden of concurrenten weg te houden.

De lichaamskleur is in de natuur roodbruin tot geelbruin.

In gevangenschap zal de kleur eerder naar grijstinten neigen.

De grote kraag - tot wel 30 cm groot - , die je vindt bij zowel mannetjes als vrouwtjes, hangt in rust als een grote huidflap langs de hals en nek.

Het opzetten van de halskraag dient om indruk te maken op de andere kraaghagedissen, om te dreigen naar belagers en om indruk te maken op het andere geslacht.

Hij kan alleen zijn kraag uitklappen door zijn bek wijd open te sperren. De geopende bek maakt de felgele binnenzijde van de mond zichtbaar die ook dient als afschrikmiddel.

Als deze indrukwekkende vertoning niet werkt kan de kraaghagedis nog snel op zijn achterste poten weglopen. Dit houdt hij echter niet lang vol. Meestal zet hij zijn ontsnappingspoging verder in een boom.

Voortplanting - kweken van de kraaghagedis

Bij de mannetjes wordt de kraag gebruikt om concurrenten te imponeren.

Ze slaan elkaar ook met de staart. De kraaghagedis zet zich op zijn voorpoten recht om nog meer indruk te maken.

De kraaghagedis is eierleggend. De voortplantingstijd begint tijdens het regenseizoen (van oktober tot maart). De eitjes worden afgezet in een kuiltje in de bodem dat na de eierafzet wordt dichtgegooid. Vrouwtjes leggen de eieren af op open zonbeschenen plekken. Begroeide plaatsen worden vermeden om overschaduwing door planten te voorkomen. Er worden zo'n 10 tot 15 eieren in een legsel afgezet die na ongeveer negen tot dertien weken uitkomen. De jongen lijken sterk op de ouders, maar dan in mini. Het kweken van kraaghagedissen is niet gemakkelijk maar ze houden van veel ruimte, zowel in grondoppervlak als in de hoogte. Het kweekgedrag wordt hierdoor positief beïnvloed. Voeding De kraaghagedis eet zoals vele reptielen vooral insecten. Als hij eet gaat zijn kraag soms ook wat open en dicht, maar nooit zover als wanneer hij zijn bek opzettelijk openspert. Verzorging van de kraaghagedis in gevangenschap Een terrariumhoogte van >1 meter met enkele stevige klimtakken bootst de veilige biotoop na, wat ook bijdraagt tot kweeksuccessen.

Voldoende UV licht en vrij hoge temperaturen (35°C gemiddeld) zijn ook nodig.

Vermits ze vaak niet ver van het water leven mag er af en toe ook gesproeid worden (drie keer per week een vijftal seconden water vernevelen met een nevelspuit). Een kleine drinkplaats die best regelmatig wordt proper gehouden zorgt voor een minimum aan luchtvochtigheid.

Ontwormen is elk jaar een keer noodzakelijk. Wendt u hiervoor tot een gespecialiseerde dierenarts.

Bij een goede verzorging zal uw kraaghagedis weinig kans op ziektes hebben, maar als er een snelle vermagering zou optreden, vooral aan de basis van de staart, dient u snel de dierenarts op te zoeken.