De Kameelspin
Solifugae
De kameelspinnen zijn geen echte spinnen. Ze hebben zoals andere spinachtigen acht poten en twee lange 'pedipalpen'.
In totaal worden door de wetenschap pakweg 1100 soorten kameelspinnen beschreven.
Typisch voor een kameelspin zijn de zeer grote kaken die soms tot een derde van de totale grootte uitmaken.
De kaken worden gebruikt om het slachtoffer te verpletteren. De extra 'poten', de pedipalpen bevatten een kleverige stof die de prooi enigzins vastkleeft.
Zoals spinnen wordt een eiwitoplossend enzym afgescheiden om de prooi voor te verteren en vloeibaar te maken.
Leefgebied van de kameelspin :
De rolspin- kameelspin leeft in de woestijn vooral Noord-Afrika en het midden-oosten.
Voeding :
De 'camel-spiders', zoals ze in het Engels genoemd worden, eten spinnen, insecten, soms muizen, hagedissen, slangen en jonge vogeltjes.
Je kan ze overvoeden.
|